1601-1700

08-04-1688
Cornelis Wilckens, postmeester van het kantoor van Hamburg te Amsterdam, draagt
over op Hubert Rosenboom, heer van Schrevelsrecht, raadsheer van de Hoge Raad in Holland, een schuldbrief d.d. 08-05-1684 te Alphen, groot 800 gulden, ten laste van Arent Pietersz van Leeuwen. Koopsom 800 gulden.

(zie RA Alphen
invnr. 24 folio 14)

1688: Tractaat met de Fransche directie der post werd stipt nagekomen tot in 1688.

Wij zullen nu wat langer stilstaan bij eene aangelegenheid, die gedurende bijna 60 jaren de diplomatie van Frankrijk en der Republiek en buitendien de Staten van
ons land bezig hielden, zonder dat ze naar ik meen eene definitieve oplossing verkreeg. Het betrof een geschil tusschen de Fransche algemeene postdirectie en de post-
meesters van eenige Hollandsche steden, waaronder die van ’s Gravenhage.

Aan de welwillendheid van den heer oud-referendaris M. A. van Rhede van der Kloot heb ik onderstaande aanteekeningen omtrent den postmeester Dedel te danken.

Mr. Willem Gerrit Dedel was het eenig kind van den burgemeester Jan Dedel en van Anna Maria Hudde.
Hij was geboren te ’s Gravenhage den 30 Maart 1675, en is overleden te Leiden den 22 Januari 1715.
Hij is geweest secretaris, president, schepen en raad van Amsterdam en postmeester der posterijen op Duitschland, Italië en Frankrijk.
Den 5 Januari 1702 huwde hij te Amsterdam Susanna Sophia van de Blocquerie, geboren
te Amsterdam 6 Maart 1675, overleden aldaar 30 Juli 1733.
In 1669 teekende Christiaan Constantin Rumpf als gezantschapssecretaris der Hoog Mogenden te Parijs een tractaat met de Fransche directie der post op den vreemde.
Dit verdrag werd stipt nagekomen tot in 1688. Link naar de verbinding over Hamont naar Luik
Tegen het einde van dit jaar gaven de Haagsche postmeesters het slechte voorbeeld, spoedig daarop gevolgd door die van Dordrecht, Haarlem, Delft en Leiden. Ge-
bruik makende van den toen heerschenden oorlogstoestand (den 9-jarigen oorlog) weigerden zij te betalen, terwijl de Fransche post volgens hare bewering trouw doorging
met de verzending tot aan het Kuipersveer der brieven bestemd voor Holland.
Na het beëindigen van den oorlog door den vrede van Rijswijk in 1697, deed de toenmalige ambassadeur. De Bonrepos, stappen bij Ho. Mo. om betaling van den achterstand te verlangen, doch de naar aanleiding der Spaansche erfopvolging opnieuw ontbrande oorlog verijdelde zijne pogingen.

Bron:
E. VAN BiEMA.
Het een en ander omtrent het
OudeHaagsche Postwezen,
naar bescheiden uit de
archieven 139

1689: burgemeesterrekeningen Hamont: gegeven aen Hendrick Hermans voor den post van 22 brieven soo van de heeren advocaten Bex, Schelen, Beckers ende den procureur Fabry aen ons geschreven.

Vanaf 1692 was het schoonzoon Peter Eycken, (zoon van Engelbert Eycken en Maria Loyen uit Millen) die de zaken in de Posthoorn verder zettte. Hij was getrouwd met de oudste dochter des huizes, Anna Hermans. Ook weer uit de burgemeestersrekeningen zijn een paar aan de post rakende zaken van hen bekend. Nog enkele vermeldingen in verband met de post in de burgemeestersrekeningen van Hamont: 1693 aen den postknecht van eenen brief gegeven .1694 betaelt aen peter eijcken convoyen ende van logeringe der ruijters dit iaer ende van postbrieven . 1695 aen peter eijcken betaelt van verteeringe der ruijters vrachten vacatien ende brieven aen den post volgens quitantien. 1697 gesworen Dierick Stevens gegeven op den postwaegen als naer Luyck ben gegaen en als wederom van Luyck quam gegeven van Maestricht tot Bree op een carre.

Detail uit de burgemeestersrekening van 1689 over de afgegeven brieven aan Hendrick Hermans:

 

Bron: Het boek “Hamont. De geheimen van zijn brievenpost.
Achel op een kruispunt van de diligences”
auteurs Guido Tijskens en
Luk Van de Sijpe, pag 22, Hamont.

05-09-1691
Taxatie van woning en land van de weduwe Johanna Veris en de erfgenamen van Pieter
Voordewind, verkocht aan Cornelis Wilckens, in leven postmeester van Hamburg,
kantoor Amsterdam, d.d. 17-02-1677, gelegen onder Gouwsluis in de polder achter de Kerk en Zanen, te verongelden voor 20 morgen 400 roeden. Een huis, berg en schuur bij Gouwsluis tussen Rijn en Hoge Rijndijk, 300 gulden. Een perceel land in de polder achter de Kerk, groot 6 morgen 400 roeden, 1.667 gulden. Een perceel land in de polder van Zanen, groot 7 morgen 2 hond, 1.283 gulden. Een perceel land als het vorige, groot 2 morgen, 300 gulden. Een perceel land als het vorige, groot 3 morgen, 400 gulden. Een perceel land in het Rietveld, groot 1 morgen 400 roeden, 150 gulden. Totaal 4.100 gulden.

23-05-1691
Robbert van Texel, koopman in laken, burger van Den Haag, getrouwd met Margareta
van Dam, met procuratie van haar, akte voor notaris Hendrick Terbeeq van Coesvelt, mede Christiaan van Gaasbeeck, wonend te Leiden, getrouwd met Maria van Dam, met procuratie van haar, voor notaris Dirck Camper, samen erfgenamen van Hendrick van Dam, gewoond hebbend in Alphen, verkopen aan Martijn Beukelaer, postmeester te ‘s-Gravenhage, een huis, erf, boomgaard, stalling en het land Arcum, groot 3 morgen 520 roeden in Alpherhoorn in de polder achter de Kerk, aan Hendrick van Dam opgedragen op 29-05-1670, strekkend uit de Rijn en de Hoge Rijndijk tot aan het land van Cornelis Jacobsz Maas, belend ten zuiden Maas voorn., ten noorden Gideon Wilckens. Koopsom 4285 gulden.

01-05-1692
Dirck van der Snoeck, chirurgijn, wonend te Alphen, man en voogd van Dirckje
, die enige descent is van Claes Jacobsz, verkoopt aan Martin Beuckelaer,
postmeester, een boomgaardje of houttuintje, groot 150 roeden in Alphen tussen de Rijn en de Hoge Rijndijk, ten zuiden de erfgenamen van Joan van Stoopenburgh, ten noorden de koper, de tuin was Claes Jacobsz ten deel gevallen op 30-12-1613. Koopsom 100 gulden.