1601-1700

04-05-1683
Jan en Oirck Jacobsz Verruijt, ieder voor 1/12 deel, Poulus Jansz Laferdre voor
zi f en vervangend zijn confrater Cristiaen Cornelisz van der Aer, samen testamentaire
voogden over Lijsbet, Martijntgen en Claes Jacobsz en Verruijt, voor 3/4 deel, kinderen
van Jacob Jansz Verruijt en Trijntgen Claesdr Sporenburgh, beiden overleden, gewoond hebbend aan Gouwsluis, verkopen aan Jacob Jacobsz Verruijt, bakker te Gouwsluis, oudste zoon, die reeds het laatste 1/12 deel erfde, 11/12 deel in een huis en erf te Gouwsluis, belend ten oosten de voorkolk van de sluis, ten zuiden de Hoge Rijndijk, ten westen de postmeester Offenbergh en Van der Horst, ten noorden IJtgen Lambregtsz. Koopsom 1008 gulden 6 stuivers 11 penningen. Met schuldbrief.

19-11-1683
Marritgen Oaniëlsdr Backer, getrouwd met Gerrit Jansz van Ket, scheepstimmerman
wonend te Amsterdam, met procuratie van haar man en van haar broer Frederick Danië1sz Backer, zaagmolenaar en wonend op ’t Zaagmolenpad buiten de Utrechtsepoort van Amsterdam, samen erfgenamen van IJtgen Lambertsdr, in leven weduwe van Daniël Freedricksz Backer, procuratie voor Johannes van Kerkhove, notaris te Amsterdam d.d. 16-11-1683, verkoopt aan Cornelis Gijsen Segvelt een huis en erf te Gouwsluis, belend ten oosten de Voorkolk van de Sluis, ten zuiden Jacob Jacobsz Verruijt, ten westen de postmeester Offenbergh en Van der Horst, ten noorden de Rijn. Koopsom 600 gulden. Met schuldbrief.

In 1686 was de Keizerlijke posthouder in Roermond van het traject Antwerpen naar Hamburg per diligence: Willem Gijssen.

Bron: Het boek “Hamont. De geheimen van zijn brievenpost. Achel op een kruispunt van de diligences” auteurs Guido Tijskens en Luk Van de Sijpe, pag 7, Achel.

07-11-1687
Teunis Maertensz Cop verkoopt aan Cornelis Wilkens, postmeester van het kantoor
te Amsterdam, 180 roeden land in de polder achter de Kerk, belend ten oosten en
zuiden de koper, ten westen Gijsbert Wi1lemsz van Leeuwen, ten noorden Adriaen Wittert c.s. Koopsom 195 gulden.

22-05-1687
Jacob van Dijck, wonend te Gouwsluis, is schuldig aan de Kerk te Alphen een bedrag
van 0 gulden. Gesteld onderpand: een huis en erf te Gouwsluis, strekkend van de Hoge Rijndijk tot de Rijn, belend ten oosten de kinderen van Jacob Jansz Verruijt met Corne1is Gijsz Segvelt, ten westen Adriaan van Assendelft, met een schuld van 400 gulden, aankomend Johan Daman, postmeester van Rotterdam. Borgen: Cornelis Cornelisz Zael, oud-schepen en Abraham van Dijk, wonend te Boskoop. Geroijeerd 09-06-1724.

20-05-1687
Christiaen van Offenbech, voor een helft, en Pieter de Brouwer, beiden postmeesters
in Den Haag, met procuratie van Johan van der Horst, postmeester te Zwolle, voor de
wederhelft, verkopen aan Jacob van Dijek, wonend te Gouwsluis, een huis en erf aldaar, reeds bewoond door de koper, strekkend van de Hoge Rijndijk tot de Rijn, belend ten oosten de kinderen van Jacob Jansz Verruijt met Cornelis Gijsz Segve1t, ten westen Adriaan van Assendelft, met een schuld van 400 gulden, aankomend Johan Daman, postmeester van Rotterdam.
Koopsom 1.000 gulden.

1687: Verbinding naar Maastricht door het Land van Luik was in het nadeel van Turn en Taxis (brief Van Vrecken), rapportering Van Vrecken.

Bron: Het boek “Hamont. De geheimen van zijn brievenpost. Achel op een kruispunt van de diligences” auteurs Guido Tijskens en Luk Van de Sijpe, pag 17-18-19 Hamont.