1701-1800

06-09-1766
Voor Willem La Forie, notaris te Gouda, compareert Sibilla de Grande, wonende te
Gouda. Zij machtigt Adriaan van der Does, kapitein ter zee, om over te dragen aan de
Commissarissen van de posterij, haar huis en erf in het Noordeinde van Alphen, strekkend van de Heerestraat tot in de Rijn. Koopsom 2.800 gulden.

1766: Sibilla Ortelli, de vrouw van Mathijs Van den Dungen, stierf reeds op 21 juli 1766. Mathijs bleef niet lang weduwnaar; hij hertrouwde reeds op 7 oktober 1768 met Maria Catharina Pijpers, ook wel Piepers genoemd. Intussen waren Willem Mennen en Joanna Maria Van den Dungen in Maastricht gaan wonen en hadden ze er een wijnhandel. Daar maakten ze eind 1767 een overeenkomst voor notaris Gudi waar ook de broer Anton en de vader Mathijs Van den Dungen bij betrokken waren. Over de inhoud van de akte is weinig bekend; alleen de opmaak er van vonden we in de gichtboeken van Grevenbroek vermeld.

Bron: Het boek “Hamont.
De geheimen van
zijn brievenpost.
Achel op een
kruispunt van
de diligences” auteurs
Guido Tijskens en
Luk Van de Sijpe, pag 25, Achel.

1767: Het eigenlijke werk met betrekking tot de verzorging van de post werd gedaan door een commies. Zo was een zekere Hendrik Reems commies der posterijen in Gorinchern.voor eigen rekening kocht hij in 1767 een huis aan de Arkelstraat om het als postkantoor te gebruiken. Het kostte
hem f 900. Twee jaren later wist hij het Gemeneland van Holland en West-Friesland te bewegen het postkantoor over te nemen, waarvoor de commies toen maar liefst f 2.200 beurde.

Het postkantoor was toen gevestigd in het huis met een halsgevel, genaamd “het Witte Kruys”, zijnde Arkelstraat 36.

Bron

1768: Omdat de diligences en postsjeesen vanuit Den Bosch hun weg nu al over Valkenswaard naar Achel namen, was er ook voor Achel nog niets definitief beslist. In een schrijven van 1768 hadden men daar opgeroepen om Achel via Neerpelt, Overpelt en Eksel met Hechtel en Helchteren te verbinden. Datzelfde jaar formuleerde Hamont ook een voorstel naar Luik in samenwerking met de steden Peer en Stokkem. Hierin was een uitgebreider en op elkaar afgestemd wegennet opgenomen.

Bron: Het boek “Hamont.
De geheimen van
zijn brievenpost.
Achel op een
kruispunt van
de diligences” auteurs
Guido Tijskens en
Luk Van de Sijpe, pag 28, Achel.

In 1769 haalde Hamont haar laatste pijlen boven, het werd nu wel echt de hoogste tijd. Hun vertegenwoordigers waren aanwezig op de landdag van 23 april te Eindhoven om daar steun te vinden bij onder meer de prins van Oranje. Ze verzonden in een korte tijdspanne een 80-tal verzoekschriften en de bezoeken aan Luik werden in de burgemeestersrekeningen genoteerd met hoge kosten aan geschenken. In april 1769 werden Egidius Huveneers en Pieter Baeten als burgemeesters van Peer en Antonius Smeets en Hendrik Joannes Eycken als burgemeesters van Hamont in Luik ontvangen voor verdere onderhandelingen. Op 13 mei en 5 juli hadden er nogmaals verdere besprekingen plaats gevonden. Een ultiem plan met een nieuwe procedure werd op 18 december voorgelegd. Men wilde de weg via Peer en Hamont over Budel naar Eindhoven leiden.


18 december 1769 In een gedrukt document steunden Hamont en Peer hun keuze met de marché route. (RAL)

 


1769 Voorblad van het protocol van de weg tussen Hasselt en Holland met het verzoek van Hamont, Peer en Bree. (RAL)

 

Bron: Het boek “Hamont.
De geheimen van zijn brievenpost.
Achel op een kruispunt van
de diligences” auteurs Guido Tijskens
en Luk Van de Sijpe, pag 28 en 29 Achel.

19-10-1770
Grietje Kraan, huisvrouw van Jacobus van Breda te Aarlanderveen aan de Lage Zijde
van Rijn, machtigt Jacob Hoppach, eerste kommies van ‘s-lands Posterij te Alphen, tot
lening van 2.000 gulden van Willem Kool, schoolmeester te Alphen. Gesteld onderpand: een huis, erf, berg en schuur in de Kortsteekterpolder met 5 morgen land.

1770: Na een periode van 6 jaar als medevennoot van de Bosscher wagenposterij werden Jacob Sassen en Mathijs Van den Dungen in oktober 1770 vervangen door de drossaard Cornelius van der Sleijden en de stadhouder Willem de Jongh van Valkenswaard. Blijkbaar begon de financiële druk op Mathijs Van den Dungen te fel door te wegen. Toch bleef in Achel de afspanning van de Bosscher posterij actief. Meer nog, de intentie van deze nieuwe heren van de posterij was om de route te laten gaan over Achel en het huys van voornoemde van den Dungen te occupeeren sonder daar in enige verandering te willen maaken, en genegen te sijn hem van den Dungen alle mogelijke voirdelen toe te brengen alsmede aan jouffrouw Marie Catharine Pypers syne tegenwoordige huysvrouwe. Als mevrouw Van den Dungen haar man zou overleven en het tegenwoordige posthuis van haar stiefzoon niet zou kopen of huren, dan zouden de geassocieerden van de wagenposterij haar volgen naar een ander logement of posterij. Deze erkentelijkheid stak schril af tegen het wantouwen dat men in Willem Mennen had.

Bron: Het boek “Hamont.
De geheimen van
zijn brievenpost.
Achel op een
kruispunt van
de diligences” auteurs
Guido Tijskens en
Luk Van de Sijpe, pag 27 en 28, Achel.

1771: In 1771 werd het bouwvallige pand (in 1761 aangekocht) afgebroken en op dezelfde plaats verrees in 1774 een posthuis, met stallen. De nabij gelegen brug over het Omleidingskanaal kreeg in de loop van de tijd de naam “Postburg”, een naam die nu nog steeds als zodanig geldt, In 1819 werd het pand verkocht aan notaris J.J. Ooykaas. Deze toverde het posthuis om tot een buitenhuis en gaf het de naam “Ons Genoegen”. Later werd het perceel afgebroken en verrees er een fabriek die jam en vruchtensappen maakte. Maar tussen 1774 en 1819 gebeurde er nog wel het een en ander, want de Franse bezetter had hele andere plannen met de locatie.
Tijdens de Franse bezetting was het posthuis geconfisqueerd door de genoemde bezetters en werd het enige tijd gebruikt als kazerne en fourage magazijn voor de in Alphen gelegerde Kozakken. Gedurende deze tijd werden de posterijactiviteiten uitgevoerd in een naastgelegen pand, zijnde een kleine boekwinkel van Coenraad Alexander Kluit. In 1799 besloot de toenmalige volksvertegenwoordiging, dat de Posterijen voortaan “nationaal” zouden zijn. Het waren opnieuw de postale inkomsten, waar het in eerste instantie om ging. En dit maal ten behoeve van de nationale kas.
De eerste Nederlandse Postwet trad in 1807 in werking en regelde in hoofdzaak kwesties als tarieven en postrecht (postmonopolie). Voor het eerst werd voor het gehele land een algemeen geldend port vastgesteld. Dit bleef bepaald naar afstand en gewicht.Nieuw waren de verlaagde tarieven voor drukwerken, kranten, monsters en geldzendingen. Wel beschouwd een prille, voorzichtige doorbraak in de richting van een maatschappelijke functie van de Posterijen.
In 1823 verliet de posterijen de kleine boekwinkel en betrok een groter pand iets verderop in de Dorpsstraat, naast de Hervormde Kerk. Hier verbleef men tot 1871, in verband met de toenemende drukte werd besloten tot een verhuizing. Enige panden verderop in dezelfde Dorpsstraat gat men in een nog groter pand de nering voortzetten. Hier werd naast de post tevens een telegraafkantoor gevestigd.
Per 10 mei 1905 was de officiële naam van de gemeente ‘Alfen’ veranderd in Álphen’.
In 1918 worden de gemeentes Alphen, Oudshoorn en Aarlanderveen samengevoegd tot één
gemeente en gaan vanaf dat moment verder onder de naam ‘Alphen aan den Rijn’.

Bron:
N. Nieumeijer

1771: Alle inspanningen ten spijt, de drie betrokken landen zouden kiezen voor verlenging van de weg over Lommel. Het belangrijkste argument voor die beslissing was dat het een route vormde die zowel Breda als Den Bosch tevreden stelde. Voor het Land van Luik was deze aanleg ook het goedkoopst. Het grootste gedeelte van het aanvullend traject liep over de heide. Dertig jaar eerder had men veel geld uitgegeven voor de onteigeningen op de doortocht in Zonhoven. In 1771 werd in Hechtel een vergadering belegd waarin men de nieuwe weg zou voorstellen.

Bron: Het boek “Hamont.
De geheimen van
zijn brievenpost.
Achel op een
kruispunt van de
diligences” auteurs
Guido Tijskens en
Luk Van de Sijpe, pag 29, Achel.