admin

In tegenstelling tot de zeven gewesten (eigenlijk acht, maar Drenthe had geen stem in de Staten-Generaal) – Groningen, Friesland, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Holland en Zeeland – hadden zij geen stem in het landsbestuur. Het waren voornamelijk rooms-katholieke gebieden die in een later stadium van de Tachtigjarige Oorlog op de koning van Spanje veroverd waren, of in sommige gevallen zelfs pas verkregen werden na het einde van de Spaanse Successieoorlog in 1713, zoals Staats-Opper-Gelre. Ze fungeerden in veel gevallen als bufferzone tussen de Republiek en de Spaanse respectievelijk Oostenrijkse Nederlanden. In economisch opzicht werden ze als wingewesten uitgebuit met zware belastingen en heffingen. Door de regering van de Bataafse Republiek werden de exclaves (Zeeuws-Vlaanderen en Limburg) in 1795 afgestaan aan Frankrijk. In 1814 werden ze weer verenigd in nieuwe provincie “Braband”.

Overzicht van de generaliteitslanden


De generaliteitslanden waren:

Staats-Brabant, ruwweg de huidige provincie Noord-Brabant, uitgezonderd enige gebieden in het noorden en oosten, maar inbegrepen de zogenaamde redemptiedorpen bij Maastricht. Maastricht zelf had een speciale status als tweeherigheid van Maastricht. Staats-Vlaanderen, in grote lijnen het huidige Zeeuws-Vlaanderen. Het land van Axel had een bijzondere status als committimus van Zeeland, evenals de exterritoriale forten Lillo, Liefkenshoek, Kruisschans (bij het huidige Hansadok) en Frederik Hendrik (bij Berendrecht). Westerwolde en Wedde, het zuidoosten van de huidige provincie Groningen. Na de Reductie van Groningen een generaliteitsland van 1594 tot 1619, daarna de facto deel van Stad en Lande van Groningen.
Staats-Overmaas, gebieden in het huidige Zuid-Limburg en de provincie Luik. Bij het sluiten van de Vrede van Münster (1648) kon tussen Spanje en de Republiek geen overeenstemming worden bereikt over de toewijzing van de landen van Overmaas. Met het Partagetractaat van 1661 werd het geschil uiteindelijk bijgelegd.

Staats-Opper-Gelre, gebieden in het huidige Noord-Limburg met de stad Venlo. Na de Spaanse Successieoorlog werd Spaans Opper-Gelre gedeeltelijk door Pruisen geannexeerd als Pruisisch Opper-Gelre (1702), een deel werd Staats-Opper-Gelre, de rest werd Oostenrijks Gelre.

Soms wordt de bewoording Staats-Limburg gebruikt, waar in feite Staats-Opper-Gelre en/of Staats-Overmaas wordt bedoeld. Staats-Limburg is een onjuiste naam, want het eigenlijke hertogdom Limburg bleef onverdeeld tot de Spaanse c.q. Oostenrijkse Nederlanden behoren.

Bron: Wikipedia 2016

De familie de Hubens en hun afstammelingen zouden tot in het eerste kwart van de 20ste eeuw een grote invloed hebben op het reilen en zeilen van Achel, eerst binnen de heerlijkheid Grevenbroek, later als onafhankelijke gemeente. Hun invloed zorgde er zelfs voor dat Achel later kantonhoofdplaats werd. Maar ook wat de post betrof zorgden zij voor de nodige steun. Hun Luikse komaf met relaties binnen de hogere burgerij en instanties was voor de Achelse gemeenschap een welgekome hulp. Volgens een rapport van de Luikse staten, daterend van 29 augustus 1752, waren er op de Dommel en Tongelreep bruggen gebouwd die dreigden te verkommeren en in te storten. Het ging onder meer over de brug van de Dommel op de Heyerdijk (Heiderdijk) onder Neerpelt en de brug over de Tongelreep in Achel. Dit was de stenen brug bij de Achelse Kluis die er op initiatief van Van den Dungen een tiental jaren eerder was opgetrokken. Als adviseur van de prinsbisschop kreeg de Hubens de opdracht om deze bruggen op de meest economische wijze te herstellen.

 

Bron: Het boek “Hamont.
De geheimen van
zijn brievenpost. Achel op een
kruispunt van de diligences” auteurs
Guido Tijskens en
Luk Van de Sijpe, pag 21, Achel.

A.J.Busch, archivaris van Gorinchem
Uit een rapport van 1752 blijkt, dat de brievenposterij niet zo best was georganiseerd. De verzending ging lang niet altijd langs de kortste route, zoals de rapporteur meldde. En wat te denken van de opmerking in een officieel rapport van een jaar later, waarin sprake was van grote onkunde der commiezen van het postkantoor te Gorinchem. Zij hadden er geen benul van langs welke wegen de brieven moesten worden verzonden, zodat een goede kaart met de postroutes geen overbodige luxe zou zijn. Een schrale troost: dezelfde opmerking gold ook voor de functionarissen van het postkantoor in Schoonhoven.

 

Bron

1753: Op 19 februari verklaarde Den Haag liever met de Luikse post te willen corresponderen dan met de Rijks- of Keizerlijke Post.

Bron: Het boek “Hamont.
De geheimen van
zijn brievenpost. Achel op een
kruispunt van de diligences” auteur
Guido Tijskens en
Luk Van de Sijpe, pag 38, Hamont.

1754: Het uniform bestond sinds 1754 uit een rok van blauw laken met rode voering van baai met “rood lakense opslagen” en kraag en platte koperen knopen. Op de rug van de rok stond een wapen van Holland met een uithangende posthoorn van rood laken. De broek was van geel leer.

Bron: Het boek “Hamont.
De geheimen van
zijn brievenpost. Achel op een
kruispunt van de
diligences” auteurs
Guido Tijskens en
Luk Van de Sijpe, pag 43 Hamont.

1758: Volgens een in Holland uitgevaardigde resolutie van 7 april 1758 was de combinatie van herberg en drank niet meer te rijmen met het uitbaten van een posthuis.

Bron: Het boek “Hamont.
De geheimen van
zijn brievenpost.
Achel op een
kruispunt van de
diligences” auteurs
Guido Tijskens en
Luk Van de Sijpe, pag 43, Hamont.

1761: Bij de onderhandelingen die het Tractaat van Antwerpen voorafgingen kwamen de Hollandse Staten en de Rijkspost op 19 januari 1761 overeen dat Achel het nieuwe verwisselpunt zou zijn van de brieven voor beide organisaties.

Bron: Het boek “Hamont.
De geheimen van
zijn brievenpost.
Achel op een
kruispunt van de
diligences” auteurs
Guido Tijskens en
Luk Van de Sijpe, pag 44, Hamont.