Oude kaart Maastricht

Oud Maastricht

De Vrede van Munster

De Vrede van Utrecht (1713), die de einde maakte aan de Spaanse Successieoorlog, gaf
ook een ander klimaat aan de uitbating van de posterijen. Het gaf de steden meer vrijheid en
armslag om zo ook bijvoorbeeld het monopolie van Borrebagh in het postvervoer met de
betalingen in natura in vraag stellen. Er ontstond een overleg tussen een aantal Hollandse
steden dat zou uitmonden in de Postsociëteit; een gezamenlijk postinitiatief. Voor een aantal
steden betekende dit dat ze de eerder gemaakte levenslange afspraken met Borrebagh naast zich
neer zouden leggen om samen met een aantal Hollandse steden in deze nieuwe organisatie te stappen.

Postwisselplek

Start van de Postsociëteitsrit was een feit

In 1712 verscheen H. Borrebagh als postmeester van ’s-Gravenhage voor Cornelis den Haen, notaris te ’s-Gravenhage. Met de postmeesters van ’s-Hertogenbosch en Dordrecht en de commies van de post van Breda maakte hij samenwerkingscontracten voor onderlinge verzendingen op Alphen aan den Rijn en vice versa. Naast driemaandelijkse afbetalingen inde hij elk jaar, “zolang Hendrick Borrebagh zou leven”, van Breda 4 half vaten bier en 8 Bredaase cappoenen (gecastreerde haantjes). Van Dordrecht ontving hij jaarlijks een half aam van de beste oude Rijnwijn en bij de contractondertekening nog eens drie halve namen van deze zelfde wijn voor hun samenwerking die er al was sedert 1704. Op 17 augustus 1715 werd er ook nog een samenwerking beklonken met Hermannus Clignet, de postmeester van Utrecht voor ophaling en verdeling van alle de Utrechtse brieven op Gouda, Schoonhoven, Gorinchem, Woudrichem, Heusden, Den Bosch, Breda, Drunen, Tilburg, Maastricht, Luik en de Aken. Borrebagh had nu bijna alle Hollandse steden in zijn handen voor het vervoer van brieven naar Maastricht, Luik en Aken
over het grensverwisselingskantoor Hamont.