
Pierre Rip
1677: Simon de Brienne trouwt met Maria Germain, volgens Constantijn Huygens (secretaris van de stadhouder) genoot zij geen goede reputatie (ze zou cabaretière zijn in cafés).
Via Martijn Rip
1677: KEIZERLIJKE POST DEN HAAG
De staf der postbeambten was toenmaals niet heel omvangrijk, want wij vonden dat Hun Hoog Mogenden den 21 December 1677
aan de drie postmeestersknechts en de 22 ordinaris boden van de Generaliteit elk 25 gulden fooi voor het aanstaande Nieuwjaar toedachten.
Verder had de Generaliteit drie postmeesters, die sedert 27 Februari 1658, elk jaar voor
extra ordinaris diensten eene extra belooning van ƒ18 elk ontvingen.
In 1678 verzochten de drie postmeesters om bij het overlijden van een hunner, ééne betrekking af te schaffen, zoodat
dan slechts twee postmeesterschappen zouden over-
blijven. Dit verzoek werd toegestaan, zoodat de Generaliteit later slechts twee postmeesters behield.
De vroedschap der stad ’s Gravenhage benoemde in het voorjaar van 1682 den minderjarigen zoon van Jan Hudde Dedel
tot postmeester van den Haag. Deze heette
Willem Gerrit Dedel en werd een zeer invloedrijk personage.
De Prins van Thurn & Taxis werd officieel van deze benoeming in kennis gesteld en in een schrijven
van 7 Juni 1682 aan de Magistraten beloofde hij even welwillend te
zullen zijn tegenover den nieuwen functionaris, als hij tegenover diens voorganger was geweest.
Hij eindigde zijn epistel met de woorden:
„Et comme le sieur Bors, mon commis de Ruremonde
„vient par mes ordres d’arrester un accocd a eet efFet
„avec son pere. (Jan Hudde Dedel, die voor zijn minderjarigen zoon optrad) que vous avez ratifié, vous ne deviez
„nullement doubter de la sincérité de mes intentions.”
Bron:
Biema
1678: KEIZERLIJKE POST DEN HAAG
De staf der postbeambten was toenmaals niet heel omvangrijk, want wij vonden dat Hun Hoog Mogenden den 21 December 1677
aan de drie postmeestersknechts en de 22 ordinaris boden van de Generaliteit elk 25 gulden fooi voor het aanstaande Nieuwjaar toedachten.
Verder had de Generaliteit drie postmeesters, die sedert 27 Februari 1658, elk jaar voor
extra ordinaris diensten eene extra belooning van ƒ18 elk ontvingen.
In 1678 verzochten de drie postmeesters om bij het overlijden van een hunner, ééne betrekking af te schaffen, zoodat
dan slechts twee postmeesterschappen zouden overblijven.
Dit verzoek werd toegestaan, zoodat de Generaliteit later slechts twee postmeesters behield.
De vroedschap der stad ’s Gravenhage benoemde in het voorjaar van 1682 den minderjarigen zoon van Jan Hudde Dedel
tot postmeester van den Haag.
Deze heette Willem Gerrit Dedel en werd een zeer invloedrijk personage.
De Prins van Thurn & Taxis werd officieel van deze benoeming in kennis gesteld en in een schrijven
van 7 Juni 1682 aan de Magistraten beloofde hij even welwillend te
zullen zijn tegenover den nieuwen functionaris, als hij tegenover diens voorganger was geweest.
Hij eindigde zijn epistel met de woorden:
„Et comme le sieur Bors, mon commis de Ruremonde
„vient par mes ordres d’arrester un accocd a eet efFet
„avec son pere. (Jan Hudde Dedel, die voor zijn minderjarigen zoon optrad) que vous avez ratifié, vous ne deviez
„nullement doubter de la sincérité de mes intentions.”
Bron:
Biema
1678: Aanleg postrijpad tussen Schoonhoven en Gorinchem.
Bron: Het boek “Hamont. De geheimen van zijn brievenpost. Achel op een kruispunt van de diligences” auteur Guido Tijskens en Luk Van de Sijpe, pag 14, Hamont.
1679 (waarschijnlijk): Adolphe Borrebach (Adolf Borrebagh) wordt genoemd als hoedenmaker.
Die Haghe
1679: Adolph Borrebagh bereikt akkoord over postverwisseling in Drunen. Zo ontstaat er een verbinding naar ‘s-Hertogenbosch en naar Breda.
De geheimen van zijn brievenpost.
Achel op een kruispunt van de diligences” auteurs
Guido Tijskens en Luk Van de Sijpe,
pag 19 Hamont.
Afbeelding pag 19, Hamont.
1679: Problemen afstemming postverwiseling te Eindhoven.
Bron: Het boek “Hamont. De geheimen van zijn brievenpost. Achel op een kruispunt van de diligences” auteurs Guido Tijskens en Luk Van de Sijpe, pag 15-16 Hamont. Afbeelding op pag. 15, Hamont.
1679: Adolph Borrebagh vraagt verlenging route Den Haag naar Loon op Zand aan bij magistraat van Breda.
Rond die tijd werd ook de verdere rit (vroeger over Steensel) omgeleid over Eindhoven naar Hamont. De Eindhovense postmeester Van de Poel, die de verbinding Eindhoven-Steensel verzorgde, wordt een laatste maal in de burgemeestersrekeningen van Eindhoven vermeld in 1678-1679 voor de uitbetaling van zijn rit naar Steensel.
Loon op Zand
Bron: Het boek “Hamont.
De geheimen van zijn brievenpost.
Achel op een kruispunt van de
diligences” auteurs Guido Tijskens
en Luk Van de Sijpe, pag 14, Hamont.