1681: CONTRACT BETREFFENDE POSTVERVOER TUSSEN
‘s-GRAVENHAGE, LEEUWARDEN, GRONINGEN EN UTRECHT  16 AUGUSTUS 1681

Heden den 16n Augus: 1681 hebben de postmrs: van Groningen, Leeuwarden, Utrecht, en de sHage malcanderen verstaen nopende de correspondentie tusschen de voors. Steden, dat de postmrs. van Utrecht sullen genieten vande postmrs. van Groningen jaerl. de somma van een hondert gulden, en dat ten regarde en in recompenss van de brieven die uijt de stadt Utrecht op Groningen door de voors. postmrs. van Utrecht jaerl. meerder werden gesonden als ontfangen. Sullen daer mede parthijen contentement nemen sonder rekeninge te houden, sullende de losse brieven die tot Utrecht gefranqueert sijn aende postmrs. van Utrecht tot haer dispositie werden gesonden, welcke voors. hondert gulden alle halff jaeren als den 1n Janrij. en 1n Julij sall werden betaelt met 50 gulden door den postmrs. van Groningen, die daervan twee darde parten sall mogen corten aen de postmrs. vanden Hage en sal voorders nopends het rijden ende de oncosten van dien soo tusschen Utrecht ende Alphen ende Utrecht ende Zwoll geen veranderinge werden gemaeckt, sullen de oncosten tusschen Utrecht ende Alphen werden gedraegen bij de postmrs. van Utrecht voors. en die van Utrecht ende Zwoll bij de postmrs. vanden Hage, soo als tegenwoordigh in treijn is. Sijn voorders de postmrs. van Leeuwarden en Utrecht d’accord geworden, dat over ende weder den een den ander sal gehouden wesen alle drie maenden rekeninge te doen, en uijt te keeren alle sodanige brieveporten als bevonden sal werden meerder bij de eenen parthije ontfangen als gesonden te sijn. Sullende alle pacquetten, die door de respe. postmrs. van Groningen, Leeuwarden en ’s Hage vice versa werden afgesonden, ende het postcomptoir van Utrecht comen te passeren, ongeopent ende met goeden addresse werden voort gesonden op wat plaetsen dat die souden mogen geaddresseert sijn, behoudende ijder het reght ende de vrijheijt die tot sijn ampt specteert. Mede is eenpaer bij alle de voors. postmrs. verstaen, dat ingevalle ijmant van haer sigh in toekomende moghte opposeren tegen dit contract, ende de articulen daer in gespecificeert eenighsints tegen gaen, in soo een gevalle verbinden ende beloven de overige postmrs. sodanigen infracteur eenpaer tegen te gaen, en soo veel mogelijck te constringeren tot voldoeninge deses. Gedaen in ’s Hage den 16n August. 1681 en was onderteeckent P. Adriaens, J. Hendricks, H. de Heusch, H. Clignet, J. van der Horst, J. van Offenbergh, als getuijgen, A. Borrebagh ende Den Hoorn.

Bron:
 W.J.M. Benschop,
HET POSTWEZEN
VAN ‘S-GRAVENHAGE,
blz.387 en blz.392

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *