1566: In de zomer van 1566, raakten de gemoederen in de Nederlanden oververhit. De combinatie van religieuze, sociale en economische onrust bleek een brisant mengsel. Die onrust bleek niet meer te beteugelen ook al stond de in Brussel residerende landvoogdes Margaretha van Parma andersdenkenden/gelovigen toe om hun geloof in het openbaar te belijden. In juli van dat jaar waren de hagenpreken – want daar hebben we het hier over – ook in de dorpen rondom Eindhoven volop aan de gang.

Aanvankelijk was geen kruid gewassen tegen de Beeldenstorm, een nieuw fenomeen dat vanaf augustus 1566 een spoor van vernieling door de Nederlanden trok. Razendsnel verspreidde het religieus geweld zich over het land en bracht het Spaanse bewind in Brussel aan het wankelen. Ook in Eindhoven was het eind augustus raak. Na een vurige preek vanaf het kansel door ‘Meester Aerdt’ sloegen de toehoorders het interieur van de parochiekerk kort en klein.

Een antwoord van koning Filips II op deze oproeren kon niet uitblijven. Hij stuurde zijn belangrijkste generaal, de hertog van Alva, met een leger op pad om orde op zaken te stellen. Aangekomen in Brussel  stelde Alva een speciale rechtbank in om de beeldenstormers op te sporen en te bestraffen, de zogenaamde Raad van Beroerten.

De harde hand van Alva werd ook gevoeld in Eindhoven. Maar liefst 39 Eindhovenaren werden door de ‘Bloedraad’ veroordeeld. Dit vonnis betekende een eeuwige verbanning uit de Nederlanden en inbeslagname van alle bezittingen. Wat hadden de stadsbestuurders Thomas in den Bogaert en Willem van den Watere en schilder Peter van Maeseyck precies op hun geweten? Waar woonden de beeldenstormers in de stad en hoe ging de Raad van Beroerten precies te werk? Hoe liep het met de opstandige Eindhovenaren af?

Raad van Beroerten

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *